Artiste accompli aux talents multiples, Jacques Cassiman a façonné son parcours artistique avec une passion débordante. Formé au dessin à l’Institut Saint-Luc à Schaerbeek en 1960, il a enrichi ses compétences en peinture et en modelage à l’Académie de Bruxelles de 1961 à 1965, puis en sculpture à l’École Technique d’Ecaussinnes en 1965.
Sa préférence artistique s’exprime à travers une variété de thèmes, allant des figures aux nus, des portraits aux paysages, des intérieurs aux natures mortes. Son style unique se dévoile à travers des lignes sobres et précises, avec des formes synthétisées qui captent l’essence même de chaque sujet.
Dans les médias, Jacques Cassiman est reconnu comme étant ancré dans la mouvance de la figuration critique. Son œuvre explore le thème de l’exclusion, mettant en lumière l’antagonisme, les expropriations, la censure et le refus à travers des représentations de murs, de portes et de palissades. À partir de 1989, des mots énigmatiques tels que « contre », « no life », et « vivre » font leur apparition, offrant des indices pour une compréhension plus profonde.
Une attention méticuleuse à la composition se dégage de chaque toile, inscrite dans un réseau de lignes géométriques ou parallèles. À partir de 1994, son art évolue vers une peinture matiériste, intégrant des sables et de la résine. Les surfaces, griffées et balafrées, prennent vie sous ses doigts habiles. Ses sujets, explorés à la limite de l’abstraction, se réduisent à quelques lignes droites représentant des vantaux, des doubles portes, des stores, tandis que ses couleurs s’éclaircissent.
Cette transformation artistique peut être interprétée comme une réponse à une surdité croissante, la peinture devenant pour lui une thérapie. Jacques Cassiman recherche un équilibre délicat entre le dessin et la peinture, entre la ligne et la couleur, entre la sensibilité et l’intellect, entre le contenu et la forme. Les couleurs sont appliquées en plusieurs couches de tons différents, créant une vibrante surface texturée. Chaque forme est définie par un trait foncé et souple, séparant les plans avec une élégance artistique qui émeut et intrigue. Ainsi, l’œuvre de Jacques Cassiman transcende les limites artistiques conventionnelles, invitant le spectateur à plonger dans un univers où l’expression visuelle devient une danse subtile entre le visible et l’invisible.
Het levenswerk
Kunstenaar met veelzijdige talenten, Jacques Cassiman heeft zijn artistieke pad vormgegeven met overweldigende passie. Opgeleid in tekenen aan het Institut Saint-Luc in Schaerbeek in 1960, heeft hij zijn vaardigheden aangevuld met schilderen en boetseren aan de Academie van Brussel van 1961 tot 1965, en vervolgens met beeldhouwen aan de Technische School van Ecaussinnes in 1965.
Zijn artistieke voorkeur komt tot uiting in een verscheidenheid aan onderwerpen, variërend van figuren tot naakten, van portretten tot landschappen, van interieurs tot stillevens. Zijn unieke stijl manifesteert zich door sobere en precieze lijnen, met gesynthetiseerde vormen die de essentie van elk onderwerp vastleggen.
In de media wordt Jacques Cassiman erkend als verankerd in de stroming van de kritische figuratie. Zijn werk verkent het thema van uitsluiting, waarbij antagonisme, onteigeningen, censuur en weigering worden belicht door middel van voorstellingen van muren, deuren en schuttingen. Vanaf 1989 verschijnen raadselachtige woorden zoals « contre », « no life » en « vivre », die aanwijzingen bieden voor een dieper begrip.
Er spreekt een nauwgezette aandacht voor compositie uit elk doek, ingeschreven in een netwerk van geometrische of parallelle lijnen. Vanaf 1994 evolueert zijn kunst naar een materiële schilderkunst, waarbij zand en hars worden geïntegreerd. De oppervlakken, bekrast en gehavend, komen tot leven onder zijn bedreven vingers. Zijn onderwerpen, verkend aan de grens van abstractie, reduceren zich tot enkele rechte lijnen die deuren, dubbele deuren en gordijnen vertegenwoordigen, terwijl zijn kleuren lichter worden.
Deze artistieke transformatie kan worden geïnterpreteerd als een reactie op toenemende doofheid, waarbij schilderen voor hem een vorm van therapie wordt. Jacques Cassiman zoekt een delicaat evenwicht tussen tekenen en schilderen, tussen lijn en kleur, tussen gevoel en intellect, tussen inhoud en vorm. Kleuren worden aangebracht in verschillende lagen van verschillende tinten, wat resulteert in een levendig, getextureerd oppervlak. Elke vorm wordt omlijst door een donkere en soepele lijn die de vlakken scheidt met een artistieke elegantie die ontroert en intrigeert. Zo overstijgt het werk van Jacques Cassiman de conventionele artistieke grenzen, en nodigt het de toeschouwer uit om in een wereld te duiken waar visuele expressie een subtiele dans wordt tussen het zichtbare en het onzichtbare.